Voor deze overrijpe oogst hebben we twee heel verschillende percelen witte druivensoorten gebruikt: Het eerste is een perceel met Gewürztraminer, van vijftien jaar oud. Het bevindt zich op een heuvelrug van klei en kalksteen. Het tweede is een perceel met Viognier, gelegen op de colluviums van het Plio-Kwartair. Deze klei-kalkbodem is daar bijzonder geschikt voor.

De oogst van deze twee percelen wordt (wanneer de herfst het toelaat ...), tussen eind oktober en begin november gedaan, met overrijpe, ingedroogde- en gebotritiseerde (beschimmelde) druiven. 

Alleen de uitzonderlijke jaren worden geoogst. De druiven worden handmatig geplukt en in kratten gedaan. Ze worden onmiddellijk geperst, met een lichte zuivering van de druivenmost.

Binnen twee weken begint het fermentatieproces met de gisting en dit duurt vervolgens nog vele maanden vanwege de grote hoeveelheid suiker.